hobby
(zelfstandig naamwoord) [alg.] liefhebberij, vrijetijdsbesteding - Als je van je liefhebberij je werk maakt, hoef je nooit meer te werken. - Als je van je liefhebberij je werk maakt, heb je geen liefhebberij meer. [overdr.] stokpaardje - Zijn stokpaardje was de marktwerking in de zorg.