Hij is van lotje getikt
hij is niet wel bij zijn hoofd; hij heeft een slag van de molen beet; hij is onnozel; bij verkorting alleen hij is getikt. Ook leest men hiervoor hij is van lorretje gepikt, van nolletje geprikt; hij staat als lotje getikt. In Groningen: met lotje bezeten, betikt, bedonderd, betoefd zijn; ook vraagt men daar: bist belotjet of hijlendal belotjet, be...