Wat is de betekenis van Haute-saison?

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Haute-saison

hoogseizoen

2024-04-26
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Haute-saison

(Fr.), tijdperk van de grootste drukte in het hotelbedrijf of in de badplaatsen.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

haute-saison

o. (Fr.) het drukste van het seizoen, de badtijd, het hotelbezoek.

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

haute-saison

haute-saison - v., drukste tijd (in een badplaats); het hartje van den zomer.