Wat is de betekenis van Haren, ontharen?

2025-07-14
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Haren, ontharen

(haarde, heeft gehaard), 1. het haar verliezen, verharen: de kat haart; ook van borstels; 2. van haar ontdoen; (landb.) de boter haren, met het haarmes een kluit boter in alle richtingen doorsnijden, om er de haren uit te halen.