haar, (werktuig)
v./m./o. (-haren), 1. (landbouw) haarspit; 2. uitgesprongen stuk staal uit de snede van een zeis.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m./o. (-haren), 1. (landbouw) haarspit; 2. uitgesprongen stuk staal uit de snede van een zeis.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: