Wat is de betekenis van Groezelig?

2024-03-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

groezelig

groezelig - Bijvoeglijk naamwoord 1. niet helemaal schoon Hij had tijdens zijn sollicitatiegesprek een groezelige broek aan en hij werd dus ook niet aangenomen. Woordherkomst afleiding met het achtervoegsel -ig

2024-03-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

groezelig

groezelig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: groe-ze-lig 1. vies, niet goed gewassen ♢ doe iets anders aan, deze trui is helemaal groezelig Bijvoeglijk naamwoord: groe-ze-lig ... is groezeliger dan ... ...

2024-03-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Groezelig

adj., gruzich, grûz(el)ich, grim(el)ich, snusterich; (van een tekening) malkerich; — tekenen, schilderen, malkje; — maken, bisnústerje; — water, zeepsop, grobbejak.

2024-03-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Groezelig

bn. (-er, -st), 1. bestoven; door veelvuldige behandeling niet fris meer, smoezelig, beduimeld, niet schoon : een groezelige boezelaar; wat is dat papier groezelig geworden; groezelige handen; wat ziet die meid er groezelig uit; — morsig, onzindelijk : nauwe, groezelige achterstraten; 2. vaal van kleur: w...

2024-03-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

groezelig

bn., bw. (onfris, goor, smoezelig): wat een groezelige handen! groezelige zilverbons; dat linnen ziet er groezelig uit; ook, groezel.

Wil je toegang tot alle 8 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

groezelig

bn. en bw. (-er, -st) [gruis] vuil, onzindelijk, smoezelig : wat -e handen ! een loopmeisje ; dat linnen ziet er uit.