bn. (-er, -st), bestoven; door veelvuldige behandeling niet fris meer, smoezelig, beduimeld, niet schoon: groezelige handen; morsig; vaal van kleur: wat heeft hij een groezelige, ongezonde kleur.
Uitgelicht
Wekelijks trending en actuele woorden ontvangen in je mailbox? Schrijf je net als 2.112 anderen in!