Wat is de betekenis van Groenbemesting?

het onderploegen van een gewas ter verbetering van de vruchtbaarheid van de grond. Men onderscheidt: vlinderbloemige groenbemesters, waarvan de voornaamste zijn: verschillende klaversoorten, luzerne, wikken, serradella en lupinen, en niet-vlinderbloemige groenbemesters zoals stoppelknollen, boterzaad, zomerkoolzaad, bladrammenas, gele mosterd, snij...

→ Bemesting.

Groene planten worden ondergespit of ondergeploegd; door het vergaan ervan ontstaat de zo belangrijke humus. Meestal gebruikt men voor deze methode van bemesting vlinderbloemigen, die met behulp van de bacteriën in hun wortelknolletjes de vrije luchtstikstof kunnen binden, b.v. lupine.

telen en onderploegen van planten, meestal vlinderbloemigen, maar ook grassen, koolzaad, rogge. Door de organische bemesting wordt het bacterieleven gestimuleerd en de structuur verbeterd. Groenbemesting wordt veel toegepast op nieuwe cultuurgronden, ➝ knolletjesbacteriën.

verbou met inploeg van groen gewasse (bemesting).

Onder g. verstaat men het op of in de grond brengen van levend plantenmateriaal. Hiermede worden verschillende effecten bereikt, die voor de toestand van de grond gunstig zijn. De organische stof van het plantenmateriaal wordt rechtstreeks of d.m.v. micro-organism en ontleed. De micro-flora en micro-fauna van de grond wordt hierdoor gestimuleerd to...

s., grienbimjuksing.

noemt men het onderploegen van een gewas, om organische stoffen en stikstof in de grond te brengen. Als G.-gewassen neemt men lupinen*, al dan niet gemengd met serradella*; klaver*, wikken* of incarnaatklaver*.

v. groenbemestingen (bemesting met groene verse planten, die ondergeploegd worden); zie lupine.