Wat is de betekenis van Grauw, grijs?

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Grauw, grijs

I. bn. (-er, -st), 1 vaalwit, grijs : heb eerbied voor mijn grauwe haren ; — (fig.) het grauw verleden, het grijs verleden, lang vervlogen tijden ; 2. (de gewone bet.) vaal van tint, vaalzwart, donkergrijs : een grauwe lucht; grauwe wolken; grauwe ogen ; — grauw zien (van personen) vaal (als he...