Gozer
(Jidd.), m. (-s), (dievent., volkst.) kerel, vent.
Marc De Coster (2020-2025)
(1905) (inf.) kerel, vent. Van het Hebreeuwse 'goton' (schoonzoon; bruidegom). Ook: een 'haaie gozer' (een sterke kerel); een 'linke gozer' (een geslepen kerel); een 'gouwe gozer' (een fidele kerel). Sedert de jaren zeventig van vorige eeuw vooral populair onder jongeren. Zie ook: lefgozer*. •...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
gozer - Zelfstandignaamwoord 1. (Jiddisch-Hebreeuws), (informeel), (jongerentaal) vent, kerel ♢ Kom op gozer, je kan het! Woordherkomst Herkomst: Bargoens Verwante begrippen lefgozer
Ewoud Sanders (2019)
vent, kerel, vrijer Omstreeks 1905 voor het eerst aangetroffen, in een straatlied (zie hieronder). In 1906 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke. Köster Henke vermeldt het in de vormen gooser en goozer. Als voorbeeldzinnen geeft hij onder meer: ‘Heb je mijn goozer vanavond nog ge...
Marc De Coster (2017)
Gozer - kerel, vrijer. Ik ga even op de gozers tippelen (Moormann). Ook buiten prostitutiekringen.
Muiswerk Educatief (2017)
gozer - zelfstandig naamwoord uitspraak: go-zer 1. man of jongen ♢ ik vermoord die gozer nog eens! Zelfstandig naamwoord: go-zer de gozer de gozers het goze...
Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)
(< gosen), 1. verloofde: SMIS1; 2. vrijer: D’r goser segt verliefd nou ben je net een pijpie krijt, Liedje van WIM SONNEVELD; 3. souteneur: Een niese van de vlakte was bevallen. Dat ’et was gekomme, dat was haar slamielerigheid. Maar dat ze n’et niet had wille late omsteke, dat was een judasstreek tegen d’r goosser, STOKV...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: