Wat is de betekenis van goochem (I)?

2024-04-19
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

goochem (I)

(< Jidd. chochem < Hebr. chochom, wijs), slim, bijdehand, uitgeslapen: Dat je, als je een beetje gochem was, toch wel voor je ‘ouden dag’ kon zorgen, RALEIGH 164; goocheme Sallie (liedje Louis Davids).

Gerelateerde zoekopdrachten