Wat is de betekenis van Gons?

2024-04-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

gons

(19e eeuw) (Barg.) steek (van een mes). • Gons, steek in het lijf. (Onze Volkstaal. Deel 3. 1885. Alphabetische Woordenlijst van het Bargoensch) • Gons, (barg.), steek in het lijf. (Taco H. de Beer & Eliza Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899) • Ja, 't is eeuwig stom van 'm g...

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gons

gons - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gonzen ♢ Ik gons 2. gebiedende wijs van gonzen gons! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gonzen gons je?

2024-04-28
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

gons

por, steek In 1731 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, achter in het boek Cartouche, of de Gestrafte Booswicht, met als omschrijving ‘steek in het lyf’. Vervolgens in 1906 in De Boeventaal van Köster Henke, voor ‘steek, por’. • Ja, ’t is eeuwig stom van ’m geweest, dat ie toen-der-tijd die groenboer een gons heit...

2024-04-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

gons

gegons, klink met dowwe geluid wat hoër is as brom, zoem.

2024-04-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Gons

(Barg.) steek, por

2024-04-28
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

gons

steek; por

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gons

m. (suizende slag, gonzende klap; ook: dof geluid, gebrom; Barg. steek, por).

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gons

(gonzen) 1. m. gonzende klap, suizende slag: een om de oren; een van de molen hebben of een weghebben, niet wel bij het hoofd zijn. 2. v. praatzieke vrouw.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

gons

gons - m. (argot) steek, por.