Wat is de betekenis van Gom-elastiek, ook gomlastiek?

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gom-elastiek, ook gomlastiek

o. zekere veerkrachtige stof, het verdikte of gestolde melksap van den gomboom, gummi, rubber, caoutchouc; eene pop van gomelastiek; — ruw of geprepareerd gummi om schrift met potlood of ook met inkt uit te wisschen, vlakgom: veeg het maar uit met gomelastiek; —, (-en), een stukje caoutchouc voor dat doel: mag ik je gomlastiekje leenen...