o. zekere veerkrachtige stof, het verdikte of gestolde melksap van den gomboom, gummi, rubber, caoutchouc; eene pop van gomelastiek;
— ruw of geprepareerd gummi om schrift met potlood of ook met inkt uit te wisschen, vlakgom: veeg het maar uit met gomelastiek;
—, (-en), een stukje caoutchouc voor dat doel: mag ik je gomlastiekje leenen? zie ELASTIEK.