Wat is de betekenis van Godspenning?

2024-04-23
Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Godspenning

het handgeld, dat bij een mondeling huurcontract wordt aangenomen, als bewijs, dat men het gegeven woord gestand zal doen. Oorspronkelijk beteekende het een gift, die men om Godswille aan de armen gaf, bij het aangaan van huur of koop. In Vlaanderen is het woord nog gebruikelijk voor aalmoes.

2024-04-23
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Godspenning

of goospenning wordt overhandigd als onderpand bij het winnen (in dienst nemen) van een knecht of meid. De g. moet worden teruggegeven als de verbintenis door de knecht of dienstbode wordt verbroken. De g. heet in Gron. handpenning, in N.Brab. huurpenning, in N.Limb. mietpenning en in Z.Limb. meepenning of godshalder.In VI. België wordt de g....

2024-04-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Godspenning

s., goespinning.

2024-04-23
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Godspenning

muntstuk of kleine som gelds, ook wel arrha genoemd, als schijnprestatie bij het sluiten van een overeenkomst door de ene partij aan de andere ter hand gesteld en dan met de andere partij en getuigen verteerd (wijnkoop) of aan de kerk gegeven (godspenning). Door de G. werd de overeenkomst bindend. Overblijfsel van G. in Ned. B.W. art. 1637c en Belg...

2024-04-23
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

GODSPENNING

(handgeld, arrha) is een kleine som gelds, die bij het sluiten van een overeenkomst door de ene partij aan de andere wordt ter hand gesteld. Het is slechts een teken, dat de overeenkomst is tot stand gekomen. In deze zin bepaalt art. 1500 Ned. B.W., dat, indien een koop met het geven van een handgift of godspenning gesloten is, geen d...

2024-04-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

godspenning

m. godspenningen (handgeld, huurpenning): de godspenning geven, terugbrengen.

2024-04-23
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Godspenning

Goospenning. Een geschenk in geld, dat gegeven wordt bij het huren van een dienstbode. Dat geld mag niet op het loon gekort worden, tenzij de dienstbetrekking korter dan drie maanden heeft geduurd. De bedoeling van het geven en aannemen van den godspenning was, om de afspraak van de huurovereenkomst vast te leggen. De godspenning geraakt in onbruik...

2024-04-23
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Godspenning

goospenning, handpenning, bedrag, dat b/h begin v/e overeenkomst als fooi wordt gegeven, speciaal aan inwonende dienstboden.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Godspenning

Godspenning - → Arrha.