of goospenning wordt overhandigd als onderpand bij het winnen (in dienst nemen) van een knecht of meid. De g. moet worden teruggegeven als de verbintenis door de knecht of dienstbode wordt verbroken.
De g. heet in Gron. handpenning, in N.Brab. huurpenning, in N.Limb. mietpenning en in Z.Limb. meepenning of godshalder.In VI. België wordt de g. ook wedder of weerder genoemd.