Wat is de betekenis van Gestel?

gestel - Zelfstandignaamwoord 1. lichamelijke gesteldheid van de mens, constitutie 2. samenstelling Woordherkomst Naamwoord van handeling van stellen met het voorvoegsel ge-

gestel - zelfstandig naamwoord uitspraak: ge-stel 1. hoe je lichaam in elkaar zit en functioneert ♢ zij heeft een zwak gestel Zelfstandig naamwoord: ge-stel het gestel Synoniemen constitutie

deel van de gemeente Eindhoven, na annexatie in 1920 van de omliggende dorpen, aanvankelijk eigen gemeente Gestel-en-Blaarthem; was lang grotendeels een landbouwdorp en linnenweversplaats, grenzend aan Eindhoven, Strijp, Zeelst, Waalre, Aalst en Stratum; met Blaarthem mee 657 ha groot. Beschikt over eigen parochiekerk. Gestel is ook de volksnaam vo...

samestelling of geaardheid v/d liggaam, sisteem.

constitutie, zie aldaar.

s.n., gestel (it); een ijzersterk — hebben, stikken noch dea kinne; met een sterk —, mei ynhâlden, ynhouten; hij heeft een sterk —, hy hat in goede azem, der sit wol azem yn him.

...

gemeente in België, prov. Antwerpen, 249 ha, 189 inw. Landbouw.

(1) is een gemeente in de Belgische prov. Antwerpen, aan de Grote Nete, op vlakke zandige bodem (249 ha); landbouw. Inw. (1948): 185. Het kasteel van Rameien heeft een toren uit de 13de eeuw, het werd in 1914 in brand gestoken, in 1917 herbouwd en uitgebreid; vroeger was het de zetel van een Brabantse heerlijkheid. De rest van het dorp hing af van...