Wat is de betekenis van generen?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

generen

generen - Werkwoord 1. (refl) zich ~ schaamte voelen Hij geneerde zich voor zijn vergeetachtigheid. Woordherkomst afgeleid van het Franse se gêner (met het achtervoegsel -eren)

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

generen

generen - regelmatig werkwoord uitspraak: zje-ne-ren 1. je schuldig voelen ♢ hij geneert zich voor zijn kapotte schoenen 1. geneer je niet! [ga je gang, pak maar!] Regelmatig werkwoo...

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Generen

(spreek uit: zjeneeren) [Fr. gêner; zie gêne] lastig zijn, hinderen; verlegen maken; zich generen, zich schamen, uit verlegenheid of schaamte iets nalaten te doen.

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Generen

verlegen maken; hinderen; (zich) zich schamen

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Generen

hinderen, in ongelegenheid brengen; zich —; zich verlegen voelen.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Generen

v.; zich —, jin genearje.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

generen

dwang aandoen, enig ongemak opleggen of leveren, hinderen; zich ~, met zijn figuur verlegen zijn; zich niet op zijn gemak voelen, zich schamen; geneer Jje niet, ga je gang maar, doe of je thuis waart.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

generen

I. gegeneerd (Fr. gêner: hinderen, storen; dwang aandoen; ongemak opleggen): hij voelde zich gegeneerd, niet op zijn gemak; iem. generen; ik geneer toch niet? dat geneert me; refl. z. generen, verlegen zijn met zijn figuur, zich niet op zijn gemak voelen: geneer je niet, ga je gang, doe of je thuis bent. (g = zj); II. generen, zich, geneerde...