geneigd
geneigd - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van neigen
Muiswerk Educatief (2017)
geneigd - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ge-neigd 1. waar je wel voor voelt ♢ ik ben geneigd om je gelijk te geven Bijvoeglijk naamwoord: ge-neigd
M. J. Koenen's (1937)
bn. (overhellende tot, neiging tot iets hebbende; genegen in bet. 2): geneigd tot luiheid; genegenheid zich het ergste voor te stellen.
Jozef Verschueren (1930)
(gə'neicht) bn. (-er, -st) 1. neiging, een natuurlijke trek tot iets gevoelend: uit zijn aard, van nature tot luiheid -. 2. overhellend tot: om toe te stemmen. Syn. → genegen.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. (-er, st), neiging, een natuurlijke trek tot iets hebbend: de mens is — tot zondigen, zijn aard brengt dat mee; in zwakkere betekenis; neiging tot iets voelend, m.n. in bepaalde omstandigheden: zij scheen — hem te geloven; ook als gevolg van redenering of inzicht: ik zou bijna zijn dit te aanvaarden.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: