gemier
...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc De Coster (2020-2025)
(19e eeuw) (inf.) gezanik; geknoei; getob; zorgen, problemen. • Maar dat kleinzielig gemier om een onnoozel werkman een rijksdaalder méér af te nemen, dan de man misschien betalen kon, of voor de tiende maal de ruit beplakken met een groot papier, waarop de woorden: ‘Liquidatie wegens vertrek naar elders,’ vond zij on...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Firmin, Frans toneelspeler en -hervormer, *21.2.1869 Aubervilliers, ♱26.11.1933 Parijs. Gémier debuteerde in 1888, was werkzaam onder A. ➝Antoine en A.F.M.➝Lugné-Poë, en leidde sedert 1901 verschillende gezelschappen en schouwburgen. Zijn betekenis berust op zijn vernieuwingspogingen, voornamelijk door massaregie, en op zijn stre...
J.H. van Dale (1898)
GEMIER, o. geleuter, gezanik dat gemier van dien vent verveelt me; gezeur, oneenigheld, twist: dat geeft maar gemier; — getob, zorgen zet dat gemier uit je hoofd.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: