Wat is de betekenis van Gelooven?

2025-07-16
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Gelooven

(ge is een versterking) van den Idg. wt. lubh, waarmee lief verwant is (vgl. Angelsaks.geliefan = gelooven); de oorspr. bet. is dus: iets lief , aangenaam, goed vinden en daaruit: goedvinden, inwilligen, toestemmen en eindelijk: vertrouwen. Zoo schrijft Vondel nog: ,,Wijs is hij, die zich zelf niet al te veel gelooft", d.i. op zijn eigen krach...

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gelooven

GELOOVEN, (geloofde, heeft geloofd), voor waar houden op gezag of getuigenis van anderen, vertrouwen stellen in iem. ten opzichte van zijne beweringen, verzekeringen of beloften iemand gelooven; ik geloof hem op zijn woord, zijne bloote verzekering is mij reeds genoeg; wat geeft het of ik het al zeg, ik word toch niet geloofd; — zijne oogen (...

2025-07-16
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Gelooven

zie Achten.

2025-07-16
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Gelooven

Gelooven, bw. gel. (ik geloofde, heb geloofd), voor waar houden; denken; meenen; vertrouwen. *...VIG, bn. (-er, -st), godsdienst-geloof hebbende; de -en, de godvruchtigen.