Gepubliceerd op 20-07-2020

Gelooven

betekenis & definitie

(ge is een versterking) van den Idg. wt. lubh, waarmee lief verwant is (vgl. Angelsaks.geliefan = gelooven); de oorspr. bet. is dus: iets lief , aangenaam, goed vinden en daaruit: goedvinden, inwilligen, toestemmen en eindelijk: vertrouwen. Zoo schrijft Vondel nog: ,,Wijs is hij, die zich zelf niet al te veel gelooft", d.i. op zijn eigen kracht vertrouwt.

Van denzelfden wortel is ook gelieven (iets lief, aangenaam vinden, er behagen in scheppen): gelief mij dat te zenden; evenals gelofte = goedkeuring, toestemming, toezegging, verbintenis.