Gelaten (zich)
GELATEN (ZICH), geliet zich, heeft zich gelaten), (thans ongewoon klinkend) voorgeven, veinzen zich gelaten iets te doen (of te zijn); hij geliet zich, alsof hij er niets van geloofde. nam dien schijn aan; — zich gelatende als merkte hij het niet, veinzende niets te merken; — hij geliet zich, of hij het met mij eens was deed alsof; &m...