Wat is de betekenis van geestelijke?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

geestelijke

dienaar van een kerk. iemand die doorgaans een bepaalde religieuze wijding of zegening heeft ontvangen en die zijn leven in dienst stelt van een god, kerk, religie of levensbeschouwing; iemand die een kerkelijk ambt vervult; iemand die zich aan de dienst van een kerk wijdt; dienaar van een kerk. Voorbeelden: De grondlegger van Kung F...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

geestelijke

geestelijke - Zelfstandignaamwoord 1. (religie) iemand die voor een geloof werkt De man die we laatst in de kerk zagen, is een geestelijke. geestelijke - Bijvoeglijk naamwoord 1. verbogen vorm van de stellende trap van geestelijk Woordherkomst Afgeleid van geestelijk...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

geestelijke

geestelijke - zelfstandig naamwoord uitspraak: gees-te-lij-ke 1. iemand die in dienst is van de kerk ♢ dominees en pastoors zijn geestelijken Zelfstandig naamwoord: gees-te-lij-ke de geestelijke ...

2024-04-26
Memo Educatie

Uitgeverij Malmberg (2004)

Geestelijke

Iemand in dienst van de kerk, zoals de paus, priesters, monniken en nonnen. Geestelijken vormden in de middeleeuwen de eerste stand.

2024-04-26
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

geestelijke

geestelijke - Godsdienstige beambten of functionarissen die zijn voorbereid en het recht hebben om voor te gaan in religieuze diensten of andere religieuze taken te vervullen.

2024-04-26
Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Geestelijke

(cle’ricus) wordt degene genoemd, die de → tonsuur ontvangen heeft.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Geestelijke

s., geastlike.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Geestelijke

Geestelijke, - ➝ Clerus; ➝ Clericus.