Wat is de betekenis van geelvink?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

geelvink

1) (19e eeuw) (Ned-Indië) politieagent. Naar het gele uniform. • Na op Javaansche wijze een zwaaiende beweging gemaakt te hebben in de richting van het voorhoofd met de plat tegen elkander gedrukte handen - de soembah - spreekt hij zacht zijn begroeting uit. Hij is gekleed in het waarlijk potsierlijk uniform der Indische politie-oppassers...

2024-04-26
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

geelvink

(verouderd; destijds in Oost-Indië) inlands politieagent. Zie ook kanarie. Het spreekt van zelf, dat de taal van den Nederlander groote schakeeringen vertoont. In de sociëteit, aan bitter- en rijsttafel wordt er een heel wat lossere omgangstaal gesproken dan op de officieele bijeenkomsten. Daar ontwikkelt zich een taal doorspekt met aller...

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

geelvink

m. -en (geeltje in bet. 2, goudstuk; O.-I. politie-agent in verband met de kleur van bandelier en opslagen).

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

geelvink

m. en v. (-en) I. Eig. gewone gele vink. II. Metf. 1. geelvinken, geeltjes: mijn -en zijn haast gevlogen. 2. O. I. politieagent.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

geelvink

m. (-en), 1. vinkesoort, met korte snavel en gele en groene hoofdkleuren, waarop zwarte lengtevlekken; 2. geeltje, goudstuk, m.n. in het mv. voor geld in het algemeen: ik moet naar huis, want mijn geelvinkjes zijn haast gevlogen.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Geelvink

GEELVINK, m. (-en), eene soort van vink (serinus hortulanus), met korten snavel en gele en groene hoofdkleuren, waarop zwarte lengtevlekken; — (fig.) een geeltje of goudstuk, inz. in het mv. voor geld in *t algemeen ik moet naar huis, want mijne geelvinkjes zijn haast gevlogen; (Ind.) politiedienaar (met gele biezen uitgemonsterd).

2024-04-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)