Wat is de betekenis van gedicht?

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gedicht

gedicht - zelfstandig naamwoord uitspraak: ge-dicht 1. tekst waarvan elk woord belangrijk is, vaak met rijm ♢ in dit gedicht rijmt regel 2 op regel 4 Zelfstandig naamwoord: ge-dicht het gedicht ...

2024-04-26
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

gedicht

gedicht - Schriftelijke of mondelinge composities die worden gekenmerkt door gecomprimeerde formuleringen, door woorden die zowel omwille van hun klank en suggestieve kracht als hun betekenis zijn gekozen, en door het gebruik van literaire technieken zoals gestructureerd metrum, natuurlijke cadansen, rijm of beeldspraak.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gedicht

s.n., fers (it), (ge)dicht (it), dichtstik (it).

2024-04-26
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Gedicht

gedicht.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gedicht

in ruime zin al hetgeen in gebonden stijl, al of niet met rijm, geschreven is, ook de grootste, b.v. ook dramatische werken (dramatisch G.). In engere zin: metrisch geleed werk van woordkunst, meest van beperkte omvang.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gedicht

o. -en (hetgeen gedicht is; een in versmaat of in dichterlijke stijl opgesteld stuk; vers, dichtstuk): de gedichten van Vondel; een gedicht maken, voordragen; een gedicht aan iem. opdragen.

2024-04-26
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gedicht

Gedicht - in de poëzie een naar vorm en inhoud afgesloten geheel, rijk aan rhythme, meestal met een systeem van maat en rijm, al of niet uit strophen opgebouwd, gering of aanmerkelijk van omvang. Onder dezen naam vat men alle producten en versvormen van lyriek, epiek, didactiek en dramatiek samen; zelden echter noemt men een drama een gedicht....

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gedicht

o. (-en; -je) 1. Eig. Min. het aanhoudend dichten: dat van die prulpoëet. 2. Metn. in dichtmaat of dichterlijke stijl opgesteld stuk: een maken, vervaardigen, voordragen, aan iemand opgedragen; een -je opzeggen; een van lange ➝ adem.