Wat is de betekenis van Gauwdief?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

gauwdief

geslepen, doortrapte dief. dief die op behendige, listige wijze te werk gaat; geslepen, doortrapte dief. Voorbeelden: De politie kon dinsdagmiddag een gauwdief onderscheppen in de Steenstraat in Brugge. De man had in de drukke winkelstraat een handtas van een vrouw in een rolstoel gestolen. Hij werd uiteindelijk herkend op camerabeel...

2024-04-26
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Gauwdief

In het Middelnederlands bestond het woord ga voor: snel, voortvarend. De verbogen vorm ervan was: gauw en deze heeft de oorspronkelijke verdreven. Op dezelfde wijze is grauw de verbogen vorm van gra, blauw die van bla en nauw die van na. Overal, behalve in het laatste voorbeeld, is de oude eerste naamval verdwenen. In het Middelnederlands, maar ook...

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gauwdief

s., gaudief.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gauwdief

m. -dieven (eig. gauwe, behendige dief: schurk, deugniet; gunstig: snaak, guit).

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gauwdief

m. (...dieven) 1. gauwe, behendige, vlugge dief. 2. Uitbr. deugniet.

2024-04-26
Levende taal verklarend woordenboek

T. Pluim (1921)

Gauwdief

letterlijk: de gauwe dief.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gauwdief

m. (-dieven), dief die op behendige, listige wijze te werk gaat; geslepen, doortrapte dief; (bij uitbreiding) schelm, schurk, deugniet; (oneig., scherts.) snaak, guit, potsenmaker: het is een aardige —, een slim, olijk kind, guit, schalk.

2024-04-26
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Gauwdief

lett. de gauwe dief (gauw = snel).

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)