Wat is de betekenis van garagist?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

garagist

monteur met een garage. iemand die voor zijn beroep auto's en andere motorvoertuigen repareert en onderhoudt; monteur die een garage heeft; garagehouder die aan voertuigen sleutelt. Voorbeelden: Tijdens de vakantie van mijn garagist had mijn wagen een onderhoudsbeurt nodig. Een aantal dagen later ging ik immers zelf op reis. Ik...

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

garagist

garagist - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) (verkeer) (techniek) de eigenaar van de garage die vaak zelf ook monteur is Van 1961 tot in de jaren negentig hielp de ANWB zijn leden sleutelangst te overwinnen, op het hoogtepunt wel 11.000 automobilisten per jaar. Maar de mens is steeds verder van de machine ge...

2024-04-29
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

garagist

garagehouder Een heel klein procent houdt zich met letterkunde bezig en het kleinste procent met levende letterkunde. Zoals een goed garagist bekwaam moet zijn om de onderdelen van een motor uit mekaar te nemen, zo zouden zij bekwaam moeten zijn om de onderdelen van een literair werk open te leggen, te verklaren. (Hedwig Speliers, W...

2024-04-29
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

garagist

(de, -en) garagehouder. De 38-jarige garagist uit Sint-Jans-Molenbeek werd echter gered door een vriendin aan wie Christel V. iets had gelost over het moordplan. - HN, 19-12-2002.

2024-04-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Garagist

garagehouder

2024-04-29
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

garagist

Garagehouder; ook: (benzine)pomphouder. Toen we het (wagentje) de laatste keer bezochten hing de garagist gebogen over het blok smerig gietijzer, dat dichters wel eens het hart noemen, BOON z.j., 91. We (hebben) zowat 40 garagisten aangesproken, die voor die dag de taak van onze pech-bevrijders zullen overnemen, Gazet v. Antw. 21/4/1977. E...

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

garagist

[➝Fr.], m. (-en), (gew.) garagehouder.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)