gannefen
(1563) (Barg.) stelen; gappen. • Gannefen: stilletjes en vlug wegkapen. Amst. Jds. Ygi.gannef ofganf. (Onze Volkstaal. Deel 1. 1882: Zaansche woorden en uitdrukkingen) gannefen (werkw.): kapen, stelen van kleine voorwerpen, er zich behendig meester van maken; ook Zaansch, Amsterd.; Westf. Gamfen: stelen. Van het joodse gannef: dief, eene verb...