Wat is de betekenis van gannefen?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

gannefen

(1563) (Barg.) stelen; gappen. • Gannefen: stilletjes en vlug wegkapen. Amst. Jds. Ygi.gannef ofganf. (Onze Volkstaal. Deel 1. 1882: Zaansche woorden en uitdrukkingen) gannefen (werkw.): kapen, stelen van kleine voorwerpen, er zich behendig meester van maken; ook Zaansch, Amsterd.; Westf. Gamfen: stelen. Van het joodse gannef: dief, eene verb...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gannefen

gannefen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gannef Over kennis van het Rotwelsch beschikte Brecht bijna niet, om de eenvoudige reden dat de Duitse gannefen dit in zijn tijd nog nèt wisten te verdedigen. Woordherkomst gannef met de uitgang -en...

2024-04-26
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

gannefen

stelen, pikken; bedriegen In 1563 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, het zogenoemde Liber Vagatorum. Het komt hierin voor in de vorm genffen. Via het Jiddische gannewen (‘stelen’) ontleend aan het Hebreeuwse gannaw (‘dief’). Ook aangetroffen als ganfen, ganneven, gannewen, gan...

2024-04-26
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

gannefen

(< gannef + -en), stelen: Uit de brand bin je mit saun ’n waaf as jaai hep gehad, woar je faur gannift en die op je daurkleumt en ’r naut-te-beine mit je gabbir fèndaur goat, SMIS4 268.

2024-04-26
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

gannefen

stelen; bedriegen.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gannefen

(gannefde, heeft gegannefd), wegkapen, gappen, bedriegen.