Wat is de betekenis van Gallego?

2024-04-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Gallego

bewoner van de Spaanse provincie Gallicië; sjouwerman en waterdrager te Lissabon; zoele noordwestenwind.

2024-04-27
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

Gallego

Galliciër, bewoner van de Spaanse provincie Gallicië; (ook:) zoele N.-W. wind in Spanje.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Gallego

I. m. Gallego’s (Galiciër; fig. botterik; in Kastilië: Noord-Westenwind, die uit Galicië komt). ll = lj; g = g in Fr. gar'de); II. m. (linkerzijrivier van de Ebro); zie voor de uitspraak bij - I.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gallego

(gal'le:go) m. (—'s) [Sp.] 1. Eig. Galiciër. 2. gallego Metn. uit Galicië waaiende noordwestenwind in Spanje. 3. gallego Metf. botterik.

2024-04-27
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

gallego

gallego, - m., bewoner van de Spaansche provincie Galicië; sjouwerman en waterdrager te Lissabon; noordwestenwind.

2024-04-27
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Gallego

Zijrivier van de Ebro in Aragon, ontspringt op den Col de Sallent (Pyreneeën), en ontlast zich bij Saragossa, na een loop van 17 ) km.: zij is onbevaarbaar.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gallego

GALLEGO, m. (-’s), Galliciër, bewoner der Spaansche provincie Gallicië; vandaar de van Gallicië afwaaiende noordwestenwind, warme avondwind.

2024-04-27
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gallego

Gallego (Don Juan Nicasio), een verdienstelijk Spaansch dichter, geboren in 1777 te Zamora, studeerde te Salamanca in de wijsbegeerte en in de regten, werd in 1800 tot priester gewijd en begaf zich naar Madrid, waar h|j benoemd werd tot Koninklijk Hofkapellaan en bestuurder van het Koninklijk instituut van pages. Hij verwierf grooten lof door zijne...

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

gallego

gallego - m. (gallegoos), Galliciër, bewoner der spaansche provincie Gallicië; warme oostenwind