gaap
geeuw. geeuw, als uiting van vermoeidheid of van verveling. Is informeler en heeft soms een meer emotionele connotatie zoals scherts of verveling dan het neutralere of formelere geeuw. Voorbeelden: "Waarachtig" zei hij tussen een gaap en een giecheltje en hij wreef zich even over de ogen. W. Brakman, De biograaf,...