Wat is de betekenis van fuifnummer?

feestnummer. iemand die erg van feesten houdt; feestnummer. Voorbeelden: Toen Spam Kiss my dark ally inzette, was het of hij een dronken huzaar in de pels beet. Sommige van de fuifnummers keken even op, maar hij was niet meer dan een curiosum dat zijn kunstjes deed voor hen. Verdomme, was het omdat dit een gratis concert was? Kare...

(1913) (inf.) iemand die graag feest; pleziermaker. Syn.: fuifjas*; feestbeest*. • Fuifnummer: fuiver. (Jac. van Ginneken: Handboek der Nederlandsche taal. Deel I. De sociologische structuur der Nederlandsche taal. 1913) • ... de glorie beschrijven, echter alleen op voorwaarde dat. ... gij zélf geen dronkaard, geen ech...

fuifnummer - Zelfstandignaamwoord 1. (persoon) iemand die graag en veel feestviert ♢ Sorensen groeide op in Nevada. Hij had protestantse en joodse wortels en ontwikkelde zich tot een idealistische liberal met een rechtschapen, rechtlijnig karakter. Hij was een principiële dienstweigeraar. Hij had een analytis...

fuifnummer - zelfstandig naamwoord uitspraak: fuif-num-mer 1. iemand die graag fuift ♢ dit fuifnummer gaat bijna elke avond stappen Zelfstandig naamwoord: fuif-num-mer het fuifnummer de...

(NL) feestbeest Hij [J.K. Huysmans] vormt een curieuze combinatie van fuifnummer en monnik, van losbol en asceet, edelman en bohémien. Hij leeft ‘tegen de keer’ in. (Geert Swaenepoel, Vlaanderen, jrg. 53) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 4 Vlaamsheid: 3

o. (-s), iemand die veel fuift.

...

...