Wat is de betekenis van Fuchsia?

fuchsia - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde) een geslacht uit de teunisbloemfamilie 2. (n) (kleur) een bepaalde roze kleur, die van Fuchsia's ♢ Heeft u die ook in het fuchsia? Synoniemen fuchsiakleurig, lila, magenta

Fúchsia L. [C. Linnaeus], - genoemd naar L. Fuchs (1501, Wembding, N. van Donauwörth, Beieren; 1566, Tübingen), van 1535-66 hoogleeraar in de geneeskunde te Tübingen, schrijver van eenige in hun tijd zeer beroemde bot. werken.

naam van veel gekweekte siergewassen met donkerrode, paarse of witte afhangende klokbloemen. Dit geslacht, dat genoemd is naar de Duitse arts en botanicus Leonard Fuchs (150i-’66), telt zeventig tot tachtig soorten, waarvan de meeste afkomstig zijn uit Mexico en Zuid-Amerika. De eerste fuchsia’s kwamen omstreeks 1840 als sierplanten in...

(foksia) sierplant

[foek’sia], een geliefde kamerplant, afkomstig uit Zuid-Amerika. Zij heeft bonte, hangende bloemen, waarvan de kelkbladen als kroonbladen gekleurd zijn en breed uiteenstaan, terwijl de kleinere bloemblaadjes recht naar beneden hangen. Zij is naar de Duitse botanicus Fuchs genoemd, die een der eerstekruidboeken schreef.

naar L. Fuchs, 1501-1566; hoogleraar in de geneeskunde te Tübingen en schrijver van enige botanische werken

soort (pot)plant.

fam. Onagraceae. Ouderwetse uit Midden en Z.Am. afkomstige heestertjes, worden gebruikt als kamer- en balconplant en voor tuinbeplanting, met hangende bloemen, met vaak rood of wit gekleurde uitstaande kelk en witte, rode of paarse trechtervormige kroon en ver uitstekende meeldraden en stampers. Vermenigvuldiging in het vroege voorjaar door stek bi...

s., foksiaen, beltsjeblom.