fretten (freten)
1. Van levende wezens: gulzig of veel eten, vreten; schrokken, schransen; ook trans.: (iets) opeten, verslinden. 2. Als term in sommige kaartspelen en in het dominospel: (een of meer kaarten) van de stok bijnemen, of (de reeds uitgespeelde kaarten) opnemen, resp. (dominostenen) bijnemen; ook intrans.: het onder fretten genoemde kaartspel spe...