Wat is de betekenis van fluit (I)?

2024-04-30
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

fluit (I)

fluit (I) - mannelijk lid: eig. het bekende blaasinstrument. Zoete Meisje, geef wat Tyd; Eer een Jaar is verhopen Zei je speelen, als een Bruid, Met een andere grooter Fluit, (achter: N. Alman v. Louw en Krelis, 1764), blz. 8.Maar van de vrouwen, als Orpheus gehaat, Om dat zijn fluit haar niet en quam te haat, Koddige Opschriften 1,51 [1698-1700]....

Gerelateerde zoekopdrachten