flets
flets - Bijvoeglijk naamwoord 1. een vale kleur hebbend ♢ Trek toch een keer niet zoiets flets aan!
Wiktionary (2019)
flets - Bijvoeglijk naamwoord 1. een vale kleur hebbend ♢ Trek toch een keer niet zoiets flets aan!
Muiswerk Educatief (2017)
flets - bijvoeglijk naamwoord 1. met weinig kleur ♢ je ziet erg flets, voel je je niet goed? 2. grauw en dof ♢ de kleuren zijn flets geworden in de was Bijvoeglijk naamwoord: flets ...
Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)
flauw (van smaak) Ze verafschuwde de fletse barbecuegeur, de zerpe smaak en de ziekelijke urinekleur, maar ze wilde genieten van haar walg. (Tom Lanoye, Heldere hemel) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 5 Vlaamsheid: 1
Van Dale Uitgevers (1950)
I. v. (-en), (Zuidn.) flensje. II. bn. bw. (-er, -t), 1. bleek en bloedeloos, niet gezond: er flets uitzien; 2. van de ogen: niet helder, mat; flets uit zijn ogen kijken; — fletse kleuren, niet helder, dof; 3. slap, verlept: de bloemen hangen er flets bij; 4. (inz. Zuidn.) flauw van smaak: flets brood; &...
M. J. Koenen's (1937)
I. fletser, fietst, Lat. flaccus, lbn. (1 niet helder, niet fris (van kleur]; flauw-grijswit; 2 van personen: ongezond bleek of vaal; 3 van licht, van ogen: niet helder, bleek, flauw; mat; 4 Z.-N. smakeloos): 1. fletse kleuren; 2. een lange fletse lummel; fletse wangen; 3. fletse ogen; 4. Z.-N. flets brood, vlees; II. bw. (1 met vale, onfrisse...
Jozef Verschueren (1930)
bn. en bw. (-er, -t) [Lat. flaccus, slap] 1. slap, verlept: de bloemen hangen -. 2. slap van karakter; een -e lummel. 3. niet helder, niet fris van kleur: -e zijde; blauw. 4. ongezond, bleek, vaal: -e wangen, zuigelingen; er uitzien. 5. flauw: licht. 6. mat: -e ogen; kijken.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: