Wat is de betekenis van farizeeër?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

farizeeër

Het begrip farizeeër heeft 2 verschillende betekenissen: 1) Joods schriftgeleerde. Joods schriftgeleerde omstreeks de nieuwtestamentische tijd. 2) huichelaar. huichelaar; schijnheilige.

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

farizeeër

1) (W.O. II) (Ned. scheldw.) N.S.B.'er. • De N.S.B.ers hebben de taal verarmd, doordat thans een aantal woorden niet meer met goed fatsoen gebruikt kan worden (kameraad, leider, kamer, gilde, enz.). Zelf ontvingen ze van het volk de schone namen van farizeeër, schooier, driehoeksman, houzeeër, houzemelaar, landverrader, getekende, ui...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

farizeeër

farizeeër - Zelfstandignaamwoord 1. (Jiddisch-Hebreeuws) een van de farizeeën 2. (Jiddisch-Hebreeuws) huichelaar Woordherkomst Herkomst: Hebreeuws (vernederlandste vorm)

2024-04-26
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

farizeeër

(vaak voorafgegaan door vuile) doortrapte huichelaar; schijnheilige; hypocriet persoon. Betekent eigenlijk ‘lid van een strenge joodse religieus-politieke partij’. Genoemd naar de sekte der farizeeërs uit de Evangeliën. Zij noemden zichzelf wellicht zo om zich te onderscheiden van de niet rein genoeg levende joden. Vanwege hu...

2024-04-26
Verklarend woordenboek Nederlands-Indië

Pieter Johannes Veth (2003)

farizeeër

farizeeër [schijnheilige]. In tegenstelling tot andere soortgelijke aan de bijbel ontleende uitdrukkingen, waarvan ik de verklaring aan de bijbelse woordenboeken overlaat, gun ik een plaatsje aan dit woord omdat het in onze taal niet enkel de naam is van de joodse sekte die het aanduidt, maar nog de algemene betekenis van ‘schijnheilige’ of...

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Farizeeër

[zie Farizeeën] huichelaar, schijnheilige.

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Farizeeër

huichelaar; schijnheilige

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Farizeeër

aanhanger van joodse secte, in N.T. genoemd; schijnheilige, huichelaar,

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Farizeeër

PHARIZEEÊR, m. (-s, ...zeeën), 1. ten tijde v. Jezus ben. v. zekere godsd. leiders die zich beroemden op stipte naleving der wet; 2. (fig.) iem. die zich schuldig maakt aan zelfverheffing op zedelijk gebied; schijnheilige, huichelaar.