Exterritorialiteit
v., volkenrechtelijk beginsel waardoor vorsten en gezanten in een vreemd land geacht worden niet onderworpen te zijn aan de rechtspraak of andere gezagsoefening van het rijk waar zij vertoeven.
Van Dale Uitgevers (1950)
v., volkenrechtelijk beginsel waardoor vorsten en gezanten in een vreemd land geacht worden niet onderworpen te zijn aan de rechtspraak of andere gezagsoefening van het rijk waar zij vertoeven.
Jan Meulendijks (1993)
volkenrechtelijk beginsel waarbij gezanten niet onderworpen zijn aan de rechtspraak van het land
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek (1985)
v., 1. het op internationaal gewoonterecht of internationale verdragen berustende voorrecht van niet-onderworpen te zijn aan de rechtsmacht van de staat binnen welks gebied men zich ophoudt; 2. de gelding van regels van de rechtsorde van een staat buiten het grondgebied van die staat. (e) Doordat elke staat aanspraak maakt op volledige soevereinit...
Oosthoek (1972)
v., 1. het op internationaal gewoonterecht of internationale verdragen berustende voorrecht van niet-onderworpen te zijn aan de rechtsmacht van de staat binnen welks gebied men zich ophoudt; 2. de gelding van regels van de rechtsorde van een staat buiten het grondgebied van die staat © . © Doordat elke staat aanspraak maakt op volledige...
Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)
voorrechten van in het buitenland verblijvende ambtenaren, vooral van een gezantschap, die niet aan de wetten van het land, waarin zij vertoeven, onderworpen zijn
Winkler Prins (1949)
het onttrokken zijn van bepaalde personen aan het gezag van de Staat, op welks gebied zij zich bevinden. E. komt o.a. toe aan Staatshoofden, die zich in een vreemd land bevinden met toestemming van de regering van dat land; aan gezanten en gezantschapspersoneel; aan vreemde ministers van Buitenlandse Zaken en andere personen, die zich met bepaalde...
Jacon Kramers Jz (1948)
v. bevoegdheid van gezanten en hun gevolg om in de vreemde landen, waar zij toegelaten zijn, naar de wetten van hun eigen land te leven met vrijstelling van alle persoonlijke lasten.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
(1, volkenrecht) is de toestand, waarbij ten behoeve van zekere categorieën personen en organen, die zich binnen het gebied van een staat bevinden, het geheel of belangrijke gedeelten van het interne recht van die staat buiten werking zijn gesteld. De term, afgeleid van de Latijnse woorden extra en territorium — beter zou h...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: