Wat is de betekenis van essence?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Essence

(Fr.), v. (-s, -n), 1. het wezenlijke van iets. 2. sterk, inz. aromatisch aftreksel; oneig. als ben. van scheikundig bereide stoffen met geconcentreerde smaak of geur, gewoonlijk bestemd om sterk verdund gebruikt te worden, inz. vruchtenessence.

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

essence

essence - Zelfstandignaamwoord 1. (kookkunst) sterk geconcentreerd aromatisch aftreksel van geurstoffen of smaakstoffen 2. (scheikunde) scheikundig bereide stof met geconcentreerde smaak of geur Verwante begrippen essentie

2025-07-16
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Essence

[Fr., van Lat. essentia: zie essentie] 1 het wezenlijke van een zaak; 2 oorspr.: aftreksel van plantedelen dat een of ander werkzaam bestanddeel bevatte; thans: geconcentreerd aftreksel, spec. geconcentreerde oplossing van natuurlijke of chemisch bereide geur- en smaakstoffen in een geschikt oplosmiddel,...

2025-07-16
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Essence

geurig aftreksel; het wezenlijke

2025-07-16
Homeopathie encyclopedie

Ilse Dorren (1987)

Essence

Tegenwoordig wordt daar meestal een geur- of smaakstof mee bedoeld. In de homeopathie en fytotherapie betekende het ooit een alcoholisch extract van verse planten. Daartegenover stond dan een tinctuur, die met alcohol van gedroogde planten was gemaakt. Dat onderscheid bestaat niet meer. Aan de term tinctuur of oertinctuur kan geen medicijngebruiker...

2025-07-16
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Essence

het wezen, de geest; geconcentreerd aftreksel voor bereiding van limonade enz.; benzine.

2025-07-16
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Essence

wezen, natuur; aftreksel, extract; vluchtige olie, benzine, terpentijn; boomsoort; essence minérale, gezuiverde petroleum; par essence, van nature, uiteraard.

2025-07-16
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

essence

1. wezen, 't essentiële; 2. essence: af-, uittreksel, vluchtige olie; 3. reukwerk; essence of meat, vleesextract; he is the essence of politeness, de beleefdheid zelf.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Essence

concentraat dat de drager is van een typerende smaak of geur.