Wat is de betekenis van Epode?

[Gr. epooidè = lett.: bij-zang; gezang, bep. troost- of bezweringsformule; van ep- = epi- = erbij, en ooidè = gezang] oorspr.: kort distichon toegevoegd aan een lang distichon; later, lyrisch gedicht bestaande uit dergelijke disticha.

slotzang; korte versregel

Epode (επωδος [στιχος]), in de antieke versleer technische term voor: 1. de tweede regel van een verspaar, als deze korter is dan de eerste regel; 2. een gedicht dat bestaat uit versparen waarvan de tweede regel steeds korter is dan de eerste; dit type is bekend sinds → Archilochus (7e eeuw vC) en heeft zijn naam gegeven aan de epoden van Horatius,...

na-, slotzang.

slotzang.

(Gr., nagezang), in de antieke dichtkunst; strofe, die op twee gelijksoortige strofen volgt en van deze verschilt; voorts: verbinding van 2 jambische verzen van verschillende lengte; gedicht in epodische vorm (Archilochos, Horatius, Carducci).

(Fr.) v. nazang, derde deel of slotzang v. e. ode.

(Gr.: ἐπῳδός) duidt twee zeer verschillende begrippen van de antieke versleer aan. Epodus is 1. (vrouwelijk) de naam voor de aan een strofe en metrisch hiermede corresponderende antistrofe of aan meer dergelijke strofen en antistrofen in de Griekse koorlyriek toegevoegde slotstrofe van afwijkend metrum. 2. (mannelijk)...

Epode - (Gr.), 1° In het Grieksche koorlied de slotzang na twee metrisch gelijk gebouwde strofen. 2° Een korter vers volgend op een langer. 3° Een gedicht, uit dergelijke epodische systemen opgebouwd. In navolging van Archilochus dichtte Iloratius vele van zijn „Iambi” in dit metrum, waarom ze later Epoden werden genoemd. 4&...