Wat is de betekenis van Emmeren?

2025-07-14
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-14
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-14
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Emmeren

onbep. w., (gemeenz.) zeuren, zaniken: Zit toch niet te emmeren.

2025-07-14
Vergeetwoord

Redactie Ensie (2023)

emmeren

"Emmeren" is een informeel Nederlands woord dat vaak wordt gebruikt om te verwijzen naar het langdurig en vaak onnodig praten over een bepaald onderwerp, meestal op een zeurende of klagerige manier. Het kan ook verwijzen naar het herhalen van dezelfde punten of argumenten zonder tot een conclusie of oplossing te komen.

2025-07-14
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

emmeren

1) (19e eeuw) (inf.) zeuren, zaniken. Waarschijnlijk afgeleid van het scheldwoord 'emmer' (hoer) met de gedachte aan ouwehoeren*. Syn.: beunnaaien*; bitchen*; dimdammen*; discuzeuren*; eieren*; etterbakken*; etteren*; gallen*; gorten*; griepen*; hassebassen*; kalegezichten*; kankeren*; karnen*; klepzaniken*; klepzeiken*; kletskamizolen*; kliere...

2025-07-14
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

emmeren

emmeren - Werkwoord 1. (intr) zeuren, zeiken Woordherkomst afgeleid van emmer met het achtervoegsel -en

2025-07-14
Jargon & Slang van Soldaten

Marc De Coster (2017)

Emmeren

Emmeren - sodomie plegen met paarden of koeien. De bedrijver nam dan plaats op een emmer. Vroeger voorkomend bij huzaren.

2025-07-14
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

emmeren

emmeren - regelmatig werkwoord uitspraak: em-me-ren 1. er op een vervelende manier telkens weer over praten of om vragen ♢ hij kan urenlang emmeren over zo'n probleem Regelmatig werkwoord: em-me-ren ik emmer ...

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-14
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

emmeren

(onov ww; emmerde; h. geëm- merd) TU spreektaal - trainen met de voltige-emmer.