ei(tje)
(vnl. jeugdtaal) sloom en dom persoon; maar ook: doetje, slappeling, halfzacht iemand. Zelden van toepassing op personen van het vrouwelijk geslacht. Verkorting van zachtgekookt ei. Sedert begin jaren tachtig. Die was een tijdje geleden zelfs verliefd op haar, maar mijn nichtje vond hem maar een ‘ei’ en bovendien had ze al een vriend....