Wat is de betekenis van effort?

2024-04-26
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

effort

(zelfstandig naamwoord) [alg.] inspanning, moeite - Doe je geen moeite, die extra inspanning heb ik al voor je geleverd.

2024-04-26
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

effort

(de, -s) inspanning, extra moeite - een efforke doen, een extra inspanning doen.

2024-04-26
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

effort

Effort houdt in: de kwalitatieve aspecten van tijd, kracht, ruimte en bewegingsstroom; maakt de intentie van de danser zichtbaar; zie de danselementen tijd, kracht, ruimte en bewegingsstroom.

2024-04-26
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

effort

(Krachts)inspanning; (extra) moeite; vooral in de verb. een effort doen, zich (extra) inspannen, toeleggen (op iets). In de voorbije dagen heeft die (een wielrenner) echt met zijn krachten gewoekerd, te veel efforts gedaan, Gazet v. Antw. 18/7/1977.

2024-04-26
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Effort

inspanning, poging; faire un effort sur soi-même, zich geweld aandoen; zich vermannen; faire tous ses efforts, al ’t mogelijke doen, alle krachten inspannen; se donner un effort, zich verrekken, zich vertillen.

2024-04-26
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

effort

poging, inspanning; prestatie; make an effort. 1. een poging doen; 2. zich geweld aandoen; 3. zich inspannen.

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

effort

effort, - o., krachtsinspanning, poging; streven.

2024-04-26
Etymologicum 1573

Cornelis Kiliaan (1573)

Effort

Conatus, molitio, nisus.