eetzaal
...
Wiktionary (2019)
eetzaal - Zelfstandignaamwoord 1. een ruimte bedoeld voor het gezamenlijk nuttigen van maaltijden ♢ Dan zien we elkaar om half een in de eetzaal. Woordherkomst samenstelling van eet(werkwoord) en zaal
Muiswerk Educatief (2017)
eetzaal - zelfstandig naamwoord uitspraak: eet-zaal 1. zaal in een instelling of hotel waar men samen eet ♢ u kunt het ontbijt gebruiken in onze eetzaal op de eerste verdieping Zelfstandig naamwoord: eet-zaal de eetz...
Peter Joh. M. Zuidweg (2016)
Een ruimte of gelegenheid waar men koude en warme bereide spijzen, alsmede dranken kan nuttigen en gebruiken. Wordt ook aangeduid met ‘spijszaal’, ‘spijzenzaal’ of ‘restaurant’.
J. van Donselaar (1936)
(de, -zalen), (ook:) eetkamer, eethoek (in een gewoon huis). De eetzaal moet ook een wasbak hebben, waar je je mond kan wassen /spoelen na het eten (Doelwijt 1971: 23). Er is maar één klein vierkant hoekje, dat is de eetzaal... (Doelwijt 1971: 39). Etym.: In de bet. van ‘eetkamer' in AN veroud. Zie ook: voorzaal.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: