eendvogel
1) (1938) (scheldw.) dom persoon. Bij Harrebomée (1858) vinden we: 'De dominé is geen eendvogel en de kerk geen kikvorsch.' • ... zo'n driedubbel-overgehaald stomme, roekeloze eendvogel... (F.R. Eckmar, pseud. van Jan de Hartog: De maagd en de moordenaar. 1938) • ‘Wat een eendvogel,’ fluistert hij. (K. Norel: E...