duinen
duinen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord duin
Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)
Ophogingen van door de wind bijeengestoven fijn zand. In Zeeland wordt het grootste deel van de Noordzeekust gevormd door een duinstrook (50 km). In aanleg bestond deze kust uit Oude Duinen die later door Jonge Duinen bedekt werden. Het oude duinlandschap is ontstaan in het Jong-Atlanticum (→ ondergrond) en later. Het vormde nog in de →...
drs. L.A. Beeloo (1981)
door windwerking gevormde zandheuvels bij zeekusten, bij rivieren en in woestijnen. Vooral in de woestijnen verplaatsen zij zich met de wind („wandelduinen”) en vormen dan vaak een bedreiging van de oaselandbouw. De kustduinen in bewoonde gebieden worden door beplantingen beschermd en versterkt, b.v. door helmgras.
G. Th. van Kempen (1974)
vorming door samenwerking van zee, zand, wild en planten (1200 jaar geleden begonnen). Veel verdwenen door waterwinning (oorspronkelijk natte duinvalleien). Ook door akkerbouw, veeteelt en recreatie. Nu veel stuifplekken. Typisch is de variatie in plantesoorten (daarom veel dieren).
Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)
Heuvels van door de wind opgehoopt zand, zowel langs de kust (zee- of kust-D.) als in het binnenland (land-D., zandverstuivingen). Zee-D. treft men aan op de Waddeneilanden. Door de ligging van de eilanden t.o.v. de heersende windrichting vormt het nieuwe duin zich hoofdzakelijk aan de westzijde. Door het ‘verhelen’ van zandbanken, die...
Veerman (1954)
Zandruggen en zandheuvels voorkomende in een strook langs de zeekust en gevormd door de wind. Men onderscheidt langs de kust van Nederland oude d., welke sterk zijn ontkalkt en ontstaan zijn in het Atlanticum. Zij vormen strandwallen langs de binnenkant van de tegenwoordige of jonge d., welke kalkrijk zijn en dateren uit de Frankische tijd. Deze jo...
Winkler Prins (1949)
zandheuvels, door de wind gevormd. Waar begroeiing ontbreekt ontstaan barchanen (sikkelvormige duinen) of lengteduinen (lange zandheuvels). Waar bijzondere zandlievende planten aanwezig zijn ontstaan dwarsduinen, b.v. langs een kust. Ontstaan deze duinen dan kunnen windgaten ontstaan waar de vegetatie afsterft.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
zijn zandheuvels, die door wind gevormd worden. Aangezien zij op het transport van zand door wind berusten, zijn de duinvormen het resultaat van deflatie en van accumulatie. Wind met een bepaalde snelheid bezit een bepaald transportvermogen van losse zandkorrels. Er behoort bij elke windsnelheid een maximaal aantal zandkorrels tot een bepaalde groo...
John Kooy (1933)
onregelmatige reeks zandheuvels, langs de zeekust door zee en wind opgeworpen. Komen soms ook in woestijnen voor. Tot 180 m hoog. In ons land langs Noordzeekust, hoogste toppen 60 m, grootste breedte 3,5 km. D.-pannen, d/d wind ontstane komvormige uithollingen tusschen de d.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: