dringend
dringend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vandringen dringend - Bijvoeglijk naamwoord 1. geen uitstel duldend want heel belangrijk ♢ „Het konvooi heeft noodhulp gebracht naar 60.000 mensen die dringend behoefte hebben aan voedsel en medicijnen, en die al vijf maanden verstoken waren v...