Wat is de betekenis van drieklank?

2025-07-14
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-14
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Drieklank

m. (-en), 1. (muz.) akkoord v. drie tonen v. een octaaf, inz. van grondtoon, terts en quint; benevens de akkoorden die door omkering hieruit gevormd kunnen worden; 2. (taalk.) (veroud.) vereniging van drie verschillende klinkers; het beschaafde Nederlandse heeft geen andere drieklank dan alleen iau in het tussenw. miauw.

2025-07-14
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

drieklank

drieklank - Zelfstandignaamwoord 1. (taalkunde) een foneem dat uit drie klinkers bestaat die binnen één lettergreep in elkaar overgaan In het Nederlands komen geen drieklanken voor. 2. (muziek) de samenklank van drie unieke tonen (gelijke tonen in andere octaven tellen niet mee), die zodan...

2025-07-14
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

drieklank

Drieklank is een samenklank van drie tonen (zie toon (2)), bestaande uit grondtoon, terts en kwint.

2025-07-14
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Drieklank

akkoord bestaande uit drie tonen, b.v. c.e.g.: grondtoon, terts en kwint.

2025-07-14
Muziekencyclopedie

S. van Ameringen (1962)

drieklank

een samenklank die bestaat uit een grondtoon, een terts en een kwint. De drieklanken worden onderscheiden in consonante (de grote en de kleine) en dissonante (de verminderde, overmatige, hard verminderde en dubbel verminderde) drieklanken.

2025-07-14
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Drieklank

(muz.), accoord van die tonen, welke (in beginsel) telkens een terts hoger liggen. Men heeft ,,grote-terts”-accoorden (grote + kleine terts), ,,kleine terts”-accoorden (kleine+grote terts), voorts de verminderde (kleine + kleine t.) en overmatige accoorden (grote + grote t.).

2025-07-14
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

DRIEKLANK

is in de ruimste zin een uit drie tonen bestaand accoord. In het algemeen gebruikt men het woord in een engere betekenis, nl. voor een accoord bestaande uit grondtoon terts en kwint en voor de door afleiding hiervan (nl. door de onderste of bovenste toon respectievelijk een octaaf hoger of lager te verplaatsen) verkregen „omkeringen”: s...

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-14
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

drieklank

m. -en (1 muz. samenklank van drie tonen van een octaaf; 2 spraakk. triphthong, vero.): 1. een harmonische —, bestaande uit grondtoon, terts en quint; 2. iaauw in miaauw wordt nog als — beschouwd.