down
(bijvoeglijk naamwoord) [psych.] bedrukt, terneergeslagen, somber, depri, gedeprimeerd - Na alle tegenslagen was hij een beetje depri, maar uiteindelijk krabbelde hij weer op. [ict] plat, buiten werking - Het hele systeem ligt plat! Koffiepauze! [boksen] neer - Bij de eerste stoot ging zij al neer!