domp
domp - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dompen ♢ Ik domp 2. gebiedende wijs van dompen ♢ domp! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dompen ♢ domp je?
Wiktionary (2019)
domp - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dompen ♢ Ik domp 2. gebiedende wijs van dompen ♢ domp! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dompen ♢ domp je?
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J.H. van Dale (1898)
Het begrip domp heeft 3 verschillende betekenissen: 1. domp - DOMP, m. (-en), (Zuidn.) damp. 2. domp - DOMP, v. (-en), hefboom om palen uit den grond te trekken. 3. domp - DOMP, m. (-en), (gew.)roerdomp of domphoorn.
I.M. Calisch (1864)
Domp, m. (-en), damp. *-ELAAR, m. (-s), duiker (zekere watervogel); (ook) geoefend zwemmer of duiker. *-ELDOOP, m. gmv. (godg.) doop bij indompeling. *-ELEN, bw. gel. (ik dompelde, heb gedompeld), in -, onder water steken; (fig.) iem. in ellende -; in rouw gedompeld zijn. ZICH -, ww. - in; (ook fig.) *-ELING, v. (-en).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: